De Veyt Philippe

De klare kijk van West-Vlaamse topondernemers. Philippe De Veyt (Lecot, Voka): “De toekomst wordt anders.”

HEULE – In deze bijzondere tijden laten we graag bijzondere West-Vlaamse ondernemers aan het woord en geven hen een forum om hun visie te vertolken. Vandaag geeft Philippe De Veyt zijn visie als ondernemer en, jawel, geneesheer van vorming. De Veyt is gedelegeerd bestuurder bij Lecot (195 miljoen euro omzet, 75.000 klanten en 600 medewerkers) en voorzitter van Voka regio Zuid West-Vlaanderen, en dus een gezaghebbende stem.  

“Iedereen heeft dit virus onderschat, ook ik”, zegt Philippe De Veyt. “We dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen. Je wordt achterhaald door de feiten. Het is hallucinant als je op 2 dagen tijd bijna 60% van de omzet kwijt speelt en je 65% van de medewerkers  noodgedwongen op technische werkloosheid moet plaatsen. Zaken die we tot voor kort onmogelijk achten in onze firma, werden in een recordtempo ingevoerd: telewerk, videoconferencing met meerdere partijen, enzovoort. Onze vestigingen bleven echter wel (beperkt) bemand voor afhaling. Onze 2 distributiecentra blijven operationeel. We willen de nog actieve klanten niet in de kou laten staan.”

Morele plicht voor bedrijven

“Met de regeringsmaatregelen ben ik grotendeels tevreden”, aldus de voorman van Lecot. “Vooral de flexibiliteit in verband met technische werkloosheid was één van de belangrijkste steunmaatregelen. We kunnen nu niet genoeg het belang onderstrepen van het overleg met de banken en de kredietverzekeraars. Zij moeten helpen verhinderen dat we in een vertrouwenscrisis terecht komen zoals in 2008-2009 (wat het op vandaag nog niet is). Verhinder dat klanten hun leveranciers als bank gebruiken. Bedrijven hebben de morele plicht elkaar hierin te helpen. Ik doe hierbij een warme oproep aan elkaar te blijven betalen. Persoonlijk maken wij er een punt van eer van, om ons betalingsgedrag naar leveranciers niet te wijzigen. Klanten die ons uitstel van betaling vragen, weigeren we pertinent. We verwijzen ze door naar de financiële instellingen, à chacun son métier.”

Of dit zal resulteren in een survival of the fittest? Philippe De Veyt ziet het zo: “Wie gezond was vòòr de crisis staat er inderdaad beter voor maar weinig bedrijven kunnen die situatie langer uitzingen dan 6 maand. Als ik vaststel, hoe zenuwachtig een gerespecteerd captain of the industry als Bernard Thiers is, dan spreekt dit boekdelen. Je kan nu toch niet stellen dat Mohawk geen supergezond bedrijf is.”

Safety first

“Als regio-voorzitter van Voka Zuid-West-Vlaanderen, voel ik goed aan dat er in onze provincie heel wat zenuwachtigheid heerst bij vele ondernemers over de financiële situatie van hun bedrijf, en terecht ook”, aldus De Veyt. “Er bestaat een absolute nood en wil om opnieuw op te starten mààr nog belangrijker is dat dit in het besef is, dat dit enkel kan in omstandigheden die veilig zijn voor onze medewerkers èn onze klanten. Waarom zouden retailers, bouwmarkten, de Lecot’s, de Vanmarcke’s, de Cebeo’s van deze wereld, de strenge regels van de grootdistributie niet kunnen volgen? Waarom zouden fabrieken niet ingericht kunnen worden met respect voor gezondheid? Onze politici en mijn collegae-medici moeten zich bewust zijn dat ondernemers hier hun verantwoordelijkheid willen opnemen.”

Nieuwe overheid nodig

De toekomst zal er volgens Philippe De Veyt gans anders uitzien. “Daar is iedereen het over eens”, zegt hij. “In de zeer nabij toekomst zal de aartsmoeilijke ethische afweging naar boven komen of de economische realiteit (van ontsporende overheidstekorten) ten koste van alles moet wijken voor de medische realiteit (inperken van infectie en mortaliteit). Indien men deze laatste keuze kost wat kost blijft maken dan vrees ik dat er binnen afzienbare tijd geen geld meer zijn zal om de gezondheidszorg draaiende te houden. Ook dit is een realiteit.”

En wat met de exitstrategie waar Voka zich mee over buigt? “Het slechtste wat er kan gebeuren is dat de politici gemakkelijkheidshalve naar het wapen van verpletterende belastingen grijpen en beslag leggen op de economie waarbij de heropleving in de kiem wordt gesmoord”, besluit De Veyt. “We zullen met zijn allen moeten nadenken over de hertekening van het te logge en te kostelijke overheidsapparaat, of over hoe we de sociale zekerheid en de gezondheidszorg met de vele kostelijke tussenschakels kunnen reorganiseren. We moeten ook het subsidie verhaal, met het zware administratief apparaat daarrond, herbekijken. Maar ondertussen zullen we de volgende 12 à 18 maanden moeten leren leven én werken met corona. Om het hernemen van de activiteit een kans op slagen te geven moeten de scholen en de opvang (ook die van mindervalide kinderen) dringend terug open.”