Mons Bert 2020

Voka komt op voor ‘veilig en gezond werken’

KORTRIJK – Naar aanleiding van de verlenging van de preventiemaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, roept Voka West-Vlaanderen ondernemingen op om de gezondheidsregels rigoureus te blijven toepassen. Tegelijk roept Voka West-Vlaanderen de medewerkers op om zo veel mogelijk aan de slag te blijven. “De verlenging tot 19 april biedt voor de komende weken duidelijkheid voor werkgevers en medewerkers”, zegt algemeen directeur Bert Mons. “Om onze gezondheidszorg te blijven stutten en om de economie terug op te bouwen na de crisis, is tewerkstelling binnen onze bedrijven cruciaal.”

Voka West-Vlaanderen vindt het positief en bemoedigend dat de preventiemaatregelen in ons land zo goed opgevolgd worden dat strengere maatregelen voorlopig niet nodig zijn. “We roepen, zoals we de voorbije weken ook gedaan hebben, de West-Vlaamse ondernemingen op om de veiligheidsvoorschriften ten volle na te leven. De gezondheid van de medewerkers staat voorop. Daarom lanceren we extra tips om social distancing toe te passen op de werkvloer en delen we tips en goede voorbeelden van de West-Vlaamse ondernemingen”, zegt Bert Mons.

Economie op peil houden

Tegelijk roept Voka West-Vlaanderen alle medewerkers op om zo veel mogelijk aan de slag te blijven, in veilige en gezonde omstandigheden. “Gezondheid en economie zijn geen tegengestelde begrippen, we mogen ons niet tegen elkaar laten uitspelen. Enkel met gezonde medewerkers en bedrijfsleiders kan je de economie draaiende houden. Enkel met een goed draaiende economie kan je onze gezondheidszorg en samenleving blijven ondersteunen. We hebben beide nodig”, aldus Bert Mons.

Daarom pleit Voka West-Vlaanderen ook voor een goed georganiseerde kinderopvang tijdens de paasvakantie. “Ook in de komende drie weken zullen nog heel wat ouders nodig zijn. Niet alleen in de ziekenhuizen, supermarkten, voedings- of farmaceutische bedrijven, maar overal in de bedrijven waar het door social distance veilig is, zodat we onze economie niet laten instorten. Kinderopvang blijft dan noodzakelijk.”