KORTRIJK – Advocaat Jozef Lievens heeft op De Dag van het Familiebedrijf een positieve balans opgemaakt over de werking van de familiebedrijven. Er wordt inzake deugdelijk bestuur (corporate governance) op alle vlak veel vooruitgang gemaakt, zo luidt zijn conclusie. Familiale governance is geen loos begrip meer. Een vaststelling waar Lievens zelf ook onmetelijk veel verdienste aan heeft.
Jozef Lievens werpt zich al decennia lang op als expert van familiebedrijven. Hij richtte destijds ook het Instituut voor het Familiebedrijf (IFB) op met als doel de werking binnen deze bedrijven te analyseren en op basis van empirisch onderzoek vooruit te helpen. Binnen het Instituut van het Familiebedrijf hield hij ook de Opvolgersacademie (www.familiebedrijf.be/opvolgersacademie) boven de doopvont, omdat deze thematiek nu eenmaal cruciaal is voor het al dan niet voortbestaan van familiebedrijven.
Op de Dag van het Familiebedrijf die jaarlijks wordt georganiseerd en de ‘fine fleure’ samen brengt, maakte Lievens deze week -op basis van diepgaand onderzoek- een positieve balans op over de corporate governance aanpak bij familiebedrijven. “65 procent past de Code Buysse toe en dat is stukken beter dan enkele jaren terug”, lichtte Lievens toe. “Raden van bestuur zijn echt actief geworden: gemiddeld 4,4 vergaderingen/jaar van gemiddeld 3,6 uur. Men is ook tevreden over de werking van de raad van advies (80 %) of van de raad van bestuur (77,5 %). Raden van bestuur houden zich vooral bezig met strategie en doen meer en meer beroep op externen, wat de werking binnen een bedrijf ten goede komt. Externe bestuurders zijn onafhankelijker en worden steeds professioneler.”
Werkpunten
Omdat nooit alles rozengeur en maneschijn is, wees Lievens ook nog op een aantal werkpunten. Volgens hem zou binnen de familiebedrijven nog meer en beter gebruik moeten gemaakt worden van ad hoc comités die zich buigen over specifieke thema’s of problematieken (zoals renumeratie, technische aangelegenheden of investeringen). Nog te veel bedrijven (85 procent) maken geen gebruik van dergelijke comités die nochtans hun nut kunnen bewijzen. Andere werkpunten voor familiebedrijven zijn: opstellen van familiecharters, evalueren van de werking van de raad van bestuur of zorgen voor meer diversiteit (gendergelijkheid, leeftijd, kennis) binnen de bestuursorganen.
