WIELSBEKE -Het hof van beroep in Gent heeft Unilin, de producent van Quick-Step-vloeren, opnieuw vrijgesproken. De fiscus eiste een half miljard aan belastingaanslagen en boetes van het bedrijf uit Wielsbeke. Maar net als in eerste aanleg werd de eis vandaag afgewezen.
De zaak draait rond een constructie waarmee royalty’s worden geïnd op het Uniclic-systeem, waarbij laminaat geplaatst wordt zonder lijm te gebruiken. Volgens de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) zette Unilin een schijnconstructie op om Belgische belastingen te mijden en de Uniclic-winsten door te schuiven naar Ierland en Luxemburg, waar ze amper belast werden. Op papier moesten alle bedrijven die een licentie wilden royalty’s betalen aan de Ierse vennootschap. Maar in werkelijkheid stortten ze die royalty’s gewoon op een Belgische rekening van Unilin, geopend bij het ING-kantoor in Desselgem. In totaal liepen de belastingen en boetes die de BBI claimde op tot 547 miljoen euro.
CEO Bernard Thiers van Unilin zei enkele weken terug al er heel gerust in te zijn. “We hebben al twee keer de zaak gewonnen voor de rechtbank”, aldus Thiers toen. “Er is immers helemaal geen constructie. Een patent genereert licentie-inkomsten. De eigenaar van dat patent -dat kan een Iers bedrijf zijn – int die inkomsten en neemt die op in zijn boeken. Dat is wat het is. De BBI neemt naar ons gevoel een absurd standpunt in en volgt blijkbaar het Reken je rijk principe. We hebben nog altijd besloten om die aanslag niet te betalen. Ik lig er echt niet waker van.”
Unilin is vooral bekend van het merk Quick-Step. Sinds 2005 vaart het West-Vlaamse bedrijf onder Amerikaanse vlag (Mohawk, de nummer één wereldwijd voor vloerbekleding).