WIELSBEKE – Met een nieuwe Vlaamse regering in de stijgers, is het nuttiger dan ooit voorbij te gaan de (politieke) waan van de dag. Een stem uit het bedrijfsleven kan op zo’n ogenblik klaarheid brengen in het vaak mistige politieke discours. Waar is het hem echt om te doen? Michel Delbaere van voedingsbedrijf Crop’s en gewezen Voka-voorzitter deed dat de voorbije dagen in een gesprek met Trends.
Michel Delbaere slaat er nagels met koppen. “We hebben structurele hervormingen nodig”, aldus Delbaere. “We kennen de grote uitdagingen die op ons afkomen. De pensioenen zijn een gigantisch probleem. Neem daar onderwijs, gezondheidszorg, mobiliteit en energie bij en je bent er. Giet daarover de saus van de arbeidsmarkt die beter moet werken. De veranderingen moeten disruptief, inclusief, duurzaam en bottom-up zijn. De kaasschaafmethode werkt niet meer. We moeten het sociaaleconomische huis volledig verbouwen. Het moeten veranderingen zijn die meer dan één legislatuur overspannen.”
Wat de arbeidsmarkt en de pensioenen betreft, pleit Delbaere voor een duidelijke keuze. “De doelstellingen voor meer arbeidsparticipatie zijn zeker positief,” zegt hij daarover. “Zonder meer mensen aan de slag geraak je er niet. De vraag is: ga je mee met Noord-Europa of met Zuid-Europa? Een doel stellen is goed, maar hoe wil je het realiseren? We moeten af van die aankondigingspolitiek. We moeten naar een duidelijk plan en timing. En dan zijn er de pensioenen. De pensioenverplichtingen bedragen 48 miljard euro en stijgen de komende jaren naar 68 miljard euro. Dat is in euro’ s van vandaag 15 procent van het bbp. Niemand kan dat opbrengen. Ik hoor dan ‘we moeten langer werken’. Natuurlijk is dat nodig. Net zoals de gelijkgestelde periodes verder afgebouwd moeten worden. Maar tegen dat die maatregelen effect hebben, zijn we minstens vijf jaar verder. Dat is nu eenmaal België.”
Moordend overheidsbeslag
Delbaere ergert zich dood aan het moordend overheidsbeslag. Het overheidsbeslag (het aandeel van de overheidsuitgaven tegen het bruto binnenlands product) in Zwitserland bedraagt 34 procent, in Duitsland 44 procent. In België is dat 52 procent. “Stel dat we daar 2 procentpunt van afpitsen en dat geld gedurende 25 jaar investeren”, aldus Delbaere. “We kapitaliseren dat bedrag tegen 3 à 4 procent, dat is haalbaar. Aan het einde van de rit heb je dan ongeveer de helft van het bedrag dat nodig is om van repartitie naar kapitalisatie over te schakelen. Je hebt wel een startkapitaal nodig. Je begint bij de FPIM, de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Die heeft een eigen vermogen van zo’n 25 miljard euro. Dat wordt ons startpensioenfonds. Twintig jaar geleden heeft premier Jean-Luc Dehaene gevraagd een inventaris te maken van alle overheidsactiva. Dat is nog niet gebeurd. Volgens berekeningen zou dat ongeveer 40 tot 50 miljard waard zouden zijn. Daarnaast heb je in dit land een hele structuur van vzw’s, alle kassen verbonden met het Belgisch sociaal overlegmodel. Dat wordt toch beheerd door de sociale partners met het oog op het garanderen van de welvaart van dit land? Daar zitten ook miljarden euro’s. Alles samen heb je zo 100 miljard euro startkapitaal. Neem daar die 2 procent bbp per jaar bij, belegd over 25 jaar en we zullen het grootste welvaartsfonds van Europa hebben, na dat van Noorwegen. Van een last die je afwentelt op de volgende generatie ga je geleidelijk naar een onderbouwd stelsel. Dat is een disruptief model.”
De kracht van research
Delbaere houdt tot slot nog een pleidooi voor duaal leren (een model dat tot hiertoe nog altijd grotendeels dode letter is gebleven), voor een meer efficiënt vergunningsbeleid en voor handig gebruik van onderzoek en ontwikkeling. “Ik ben fan van het Leuvense onderzoekscentrum imec, maar de omzetting van de ideeën in industriële toepassingen zit in Korea bij Samsung en in Californië bij Intel”, aldus Delbaere. “Het zou fantastisch zijn mochten we er kunnen voor zorgen dat de toegevoegde waarde van imec hier blijft. Dat heeft sociaal belangrijke gevolgen. We zouden dan bijvoorbeeld ook onze steden leefbaarder kunnen maken. Er zijn voorbeelden genoeg: Kopenhagen, Bordeaux, Lyon, Pittsburgh.”