ALVERINGEM – De Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) vierde zijn 40-jarig bestaan, en is daarmee de oudste landelijk werkende industrieel erfgoedvereniging van het Europese continent. Na de Brexit zal ze gewoonweg de oudste in Europa zijn. De vereniging wordt gedragen vanuit West-Vlaanderen, met voortrekker en voorvechter Adriaan Linter als boegbeeld.
VVIA heeft tot doel de waardevolle industriële archeologie te bewaren voor het nageslacht. Want wie zijn verleden niet kent, kan de toekomst niet begrijpen. De feestelijkheden werden afgesloten met een biertje, geleverd door het mout- en brouwhuis ‘De Snoek’ uit Alveringem en begeleid door het Logos robot-orkest (Gent). Logos viert zelf zijn half eeuwfeest, en de oudste toestellen van het orkest werden zo’n 50 jaar geleden gebouwd. Het is dus ook al een stukje erfgoed, want het toont de evolutie van elektronica en andere technieken sedert het begin van de jaren 1970.
De viering leverde boeiende contacten tussen de ‘anciens’, waaronder de drie stichtende leden en een nieuwe en jongere generatie. “Een vereniging (over)leeft maar dank zij mensen die zich er achter scharen, mensen die mekaar leren kennen en vrienden zijn, worden en blijven”, heet het . “VVIA is niet gesubsidieerd en werkte in de loop van zijn bestaan altijd dank zij een gemotiveerd team van vrijwilligers, en dank zij de bijdragen van zijn leden.” Er werd, zoals het een vereniging als VVIA past, ook al teruggekeken op het verleden met een overzicht van de belangrijkste feiten en gebeurtenissen van de voorbije veertig jaar. Een blik op hoe het behoud van industrieel en technisch erfgoed zich in Vlaanderen in de loop van voorbije decennia ontwikkelde, de problemen die opdoken, de successen en ook wat mis liep. Aan dat opus magnum wordt continu gewerkt.
