LUBBEEK – In deze bijzondere tijden, laten we graag bijzondere Vlaams-Brabantse topondernemers of managers aan het woord en geven hen in een 5-delige reeks een forum om hun visie te vertolken. Vandaag Urbain Vandeurzen, topman van VMF Invest. “Corona heeft met een vergrootglas de sterktes en zwaktes in ons land blootgelegd. In positieve zin is me de enorme weerbaarheid van onze bevolking opgevallen. In plaats van verzuurde klagers en zagers, zag ik een geëngageerd volk dat in moeilijke omstandigheden het beste van zichzelf heeft gegeven. Aan de andere kant is het gebrek aan eenheid in het commando, pijnlijk duidelijk geworden. Om zo’n crisis aan te pakken moeten de beslissingen in één hand worden genomen. Het lijkt me wenselijk dat er nu een aantal essentiële bevoegdheden van het federale naar het regionale niveau worden overgeheveld”, zegt Vandeurzen.
We moeten terug naar 2012 toen Urbain Vandeurzen (woonachtig in Lubbeek) zijn uitstekend draaiende technologiebedrijf LMS verkocht aan Siemens. De ondernemer ging niet met zijn miljoenen rentenieren op een paradijselijk eiland, maar investeerde heel gericht in tientallen start- en scale-ups. Vandaag bestaat zijn portefeuille uit 35 participaties, waarvan hij er 15 actief mee bestuurt. Die hadden lang niet allemaal te lijden onder de coronacrisis. “Ik mag van geluk spreken dat 90% zich in een sector bevindt die amper is getroffen”, zegt hij. “De bedrijven in de biotechnologie hadden te kampen met enkele vertragingen voor hun klinische studies, omdat er geen patiënten beschikbaar waren. Maar andere ondernemingen in de medische technologie of robotica hebben gewoon verder kunnen werken. Meer nog, voor pure softwarebedrijven als Cubigo, die oplossingen bieden voor de digitale transformatie, is de coronacrisis zelfs positief geweest. Hun groei werd versneld doordat de noodzaak aan meer digitalisering nu pas bij velen is doorgedrongen.”
“Snel en doortastend reageren”
Zelfs voor een ervaren ondernemer als Urbain Vandeurzen was deze crisis nieuw en lag een gepaste reactie niet meteen voor de hand. “Een aantal mensen zoals Bill Gates hadden wel gewaarschuwd voor een pandemie, maar aan deze omvang en impact had niemand zich verwacht. Enig referentiepunt om er met zo weinig mogelijk kleerscheuren doorheen te komen, was de financiële crisis van 2008-2009, die ons toch wat bruikbare lessen heeft geleerd. Zoals het belang om zowel heel snel als doortastend te reageren. De grootste prioriteit bij de uitbraak van corona was voor ons de gezondheid van de medewerkers. Daarna hebben we gehamerd op de controle over de kosten en de cashpositie. Het kwam erop aan om de vaste kosten snel op een lager pitje te zetten, bijvoorbeeld door het uitstekende instrument van de technische werkloosheid te gebruiken. Tegelijk hebben we voor alle bedrijven de liquiditeiten geoptimaliseerd, afspraken met de banken gemaakt, enzovoort. Dat is allemaal in de eerste week gebeurd. Ten derde was het belangrijk dat iedereen zich heel strikt aan de verscherpte veiligheidsmaatregelen ging houden. Inclusief ikzelf. Ik ben vorige week pas de eerste keer ‘uit mijn kot’ gekomen voor een fysieke meeting. Alle overleg gebeurde voordien via videocalls. Dat was best wel intensief, want met alle bedrijven hanteerden we een regime van minstens één vergadering per week. Kwestie van kort op de bal te kunnen spelen. Het overleg was nodig, maar heeft anderzijds duidelijk gemaakt dat we in de toekomst een gezonde balans moeten vinden tussen telewerk en fysieke interactie. Er is nood aan beide, maar de verhoudingen moeten kloppen.”
“Creativiteit is frappant”
Wat is Urbain Vandeurzen opgevallen in de voorbije maanden? “Eerst en vooral de enorme weerbaarheid en wendbaarheid van de bevolking. Wat de mensen in de gezondheidssector of de logistiek bijvoorbeeld gepresteerd hebben, is fenomenaal. De crisis heeft het beste in eenieder naar boven gebracht. Voor de crisis was de gemiddelde Belg een verzuurde klager, maar toen het erop aan kwam, bleken we een heel geëngageerd volk te zijn dat beste van zichzelf wou geven.” En hij haalt meteen enkele voorbeelden aan: “Zo hebben we bij Flanders Make, het onderzoekscentrum voor de maakindustrie waar ik voorzitter van ben, een soort urgentieprogramma opgezet om bedrijven en ziekenhuizen bij te staan met onze technologie en kennis. Ik ben heel fier dat we in die periode meer dan 10 producten hebben uitgewerkt én daadwerkelijk uitgerold, zoals beademingsmachines of de digitale stethoscoop. Omdat het voor een arts bijna onmogelijk was om doorheen de beschermingsmiddelen naar lichaamsgeluiden van de patiënt te luisteren, hebben we een oplossing bedacht om via sensoren op de borst van de patiënt permanente geluidsmetingen te doen, die dan rechtstreeks naar een computer buiten de quarantaine-zone worden gestuurd. Een ander voorbeeld is een installatie bij Picanol, waar een signaal wordt uitgestuurd als twee collega’s de ingestelde afstand van social distancing in de productie niet respecteren. Het is frappant dat mensen in noodsituaties heel snel creatief kunnen zijn en in ijltempo gerichte, werkbare oplossingen naar voor schuiven.” Vandeurzen voelde ook zelf de ‘sense of urgency’. “Inderdaad, want net zoals een aantal andere investeerders heb ik onmiddellijk extra middelen vrijgemaakt voor de zoektocht naar een vaccin door toponderzoeker-professor Johan Neys en zijn team aan de KU Leuven. Als snelheid levens kan redden, dan denk je niet lang na.”
“De groei kan je niet eventjes aanschakelen”
“Dat het een zware dobber wordt om de economie terug op peil te krijgen, staat buiten kijf. Als je weet dat de financiële crisis een wereldwijde terugval heeft veroorzaakt van 2,9% en we nu spreken van 7,5% globaal en voor België zelfs van 10 tot 11%, dan is dat gigantisch. De factuur van de crisis, zoals die zich nu ontwikkelt, verhoogt onze schuld met meer dan 50 miljard euro en intussen loopt het begrotingstekort verder op. Probleem is dat er geen goede alternatieven zijn om de groei terug vast te pakken: nog meer besparen zal pijn doen, en meer belastingen heffen is evenmin een optie. De groei is niet zoiets dat je kan afzetten en daarna opnieuw aanschakelen. De enige optie is om de economie drastisch te veranderen en te gaan voor een jaarlijkse groei van 2% in plaats van 1%. Dat kan door de digitalisering verder door te drukken. Dat is de motor van efficiëntie en groei. Ik denk aan het aanzwengelen van de e-commerce, nadat we de eerste boot hebben gemist. We moeten inspelen op de Industrie 4.0, op groene energie en op onze sterke gezondheidseconomie. Op dat vlak hebben we al een heel goed ecosysteem, dus laat ons dat versterken.” En ook op bedrijfsniveau moet er wat veranderen. “Elke ondernemer moet zijn businessmodel nu evalueren en bijsturen”, aldus Urbain Vandeurzen. “Als bijvoorbeeld is gebleken dat je kwetsbaar bent omdat je afhankelijk bent van leveranciers aan de andere kant van de wereld, moet je inzetten op het aanleggen van buffercapaciteit en op zoek gaan naar alternatieve leveranciers. Klaar.”
“Iedereen doet zomaar wat”
Een kwetsbaarheid die door corona heel duidelijk werd, is volgens Urbain Vandeurzen onze besluitvorming. “Neem nu die saga met de mondmaskers, dat was toch schrijnend? Of de cadeautjes, zoals de ‘gratis’ treintickets. In contrast met het positieve signaal van onze weerbaarheid, heeft de crisis aangetoond dat er geen eenheid is in het commando. De politiek, de overlegcommissies,… iedereen zegt en doet zomaar wat. Het is zonneklaar dat er meer eenheid noodzakelijk is om snel en efficiënt te kunnen reageren. De vraag naar centralisatie van de beslissingsmacht is enorm. Laat ons daarom een aantal bevoegdheden van het federale naar het regionale, zelfs lokale niveau verschuiven. Dan krijgen we een geïntegreerd beeld, dat veel productiever zal zijn. De gezondheidszorg zou er bijvoorbeeld wel bij varen. Als we de kennis en ervaring van de ziekenhuizen in de woonzorgcentra hadden kunnen inzetten, hadden we allicht een ander verhaal gekregen. Hetzelfde geldt voor de arbeidsmaatregelen. Het federale en regionale niveau spreken elkaar voortdurend tegen. Leg dat allemaal in één hand, dan gaan de zaken vooruit.”
Op restaurant
Voor Urbain Vandeurzen persoonlijk is de versoepeling van de maatregelen welgekomen. “Dat er opnieuw mogelijkheid is tot contact met de kinderen en kleinkinderen, vind ik heel goed. Dat heb ik wel gemist. Ook zakelijk is het gebrek aan fysiek overleg toch wel een hinderpaal. Voor het overige ben ik blij dat de restaurants opnieuw open zijn. Wij hebben hier ons eigen restaurant in het wijndomein, en dat overtreft toch mijn eigen culinaire prestaties… Wat me tot slot is opgevallen: hoe fijn dat het buiten is bij goed weer. Een waardering die tijdens corona zeker extra punten heeft gescoord!”
Deze reeks met getuigenissen van topondernemers over de coronacrisis, loopt ook in de andere regio’s van Made In. Zo kan je deze week de ‘Klare Kijk’ terugvinden van onder meer Kenny Van Paesschen (ShopWeDo), Wouter De Geest (BASF/VOKA), Jan Van Eyck (Groep Van Eyck) en Caroline Van Marcke (Van Marcke).