Een kwart van de werkgevers heeft geen opleidingsbudget voor zijn werknemers. Dat zegt de Leuvense hr-dienstverlener Acerta na een bevraging bij 469 ceo’s en directieleden van kmo’s en grote bedrijven uit verschillende sectoren en regio’s. Dat betekent niet dat de werknemers helemaal geen opleiding krijgen.
“Wanneer we ceo’s vroegen naar de opleiding van hun personeel antwoordde 75 procent dat ze een opleidingsbudget hebben”, zegt Annelies Baelus, directrice van open opleidingen bij Acerta. “Bij 25 procent van de werkgevers krijgt opleiding te weinig aandacht. Het is niet dat werknemers geen opleiding krijgen. Maar er is geen specifiek budget voor.”
Van de werkgevers stelt 48 procent dat het nodig is dat hun personeel een opleiding volgt. Uit meer gerichte vragen blijkt belangrijk de werkgevers het vinden dat de werknemers hun job kunnen blijven doen en die ook graag doen. Een kwart van de ceo’s verwacht dat de huidige kennis en vaardigheden van hun personeel binnen drie tot vijf jaar verouderd zullen zijn.
Uit een bevraging van Acerta bij werknemers vorig jaar bleek dat 43 procent niet op de hoogte is van enig wettelijk voorzien opleidingsbudget. “Dus zullen werknemers er ook niet naar vragen. Als we zien welke rol directie en leidinggevenden spelen in het bepalen van wie wat volgt als opleiding, zijn zij het die de opleidingen meer zouden moeten promoten.”
In 25 procent van de gevallen beslist de leidinggevende alleen over de opleidingen die de werknemers volgen. In bijna zeventig procent van de gevallen wordt de beslissing genomen in overleg tussen leidinggevende en werknemer.
De bevraging gebeurde naar aanleiding van de wet op werkbaar en wendbaar werk. Die verplicht bedrijven tot twee opleidingsdagen per jaar per werknemer. Op termijn moeten dat gemiddeld vijf vormingsdagen per werknemer worden.