Vlaams-Brabant is koploper wat betreft het treingebruik in Vlaanderen: vier procent van de werknemers uit de private sector spoort dagelijks naar het werk. Alhoewel er in de provincie ook een sterke stijging (50%) is van het fietsgebruik, scoort Vlaams-Brabant hier matig in vergelijking met de rest van Vlaanderen. Dat blijkt uit de eerste editie van de Mobiliteitsbarometer van de hr-groep Acerta die peilt naar de mobiliteit van de Belgische werknemer uit de private sector op vlak van de afstand woon-werkverkeer en die een inzicht biedt in hoe werknemers zich naar het werk verplaatsen.
De Mobiliteitsbarometer geeft een inzicht in de afstand die de Belgen dagelijks afleggen van thuis naar het werk. In Vlaams-Brabant leggen inwoners gemiddeld een afstand van 17 kilometer af om van thuis tot op het werk te geraken. Dit is de laagste woon-werkafstand van het land, na de provincie Antwerpen (16 km) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (14 km). De nationale trend is dat we de afgelopen jaren almaar dichter bij huis werken: de pendelafstand in Vlaams-Brabant is sinds 2011 met twee procent afgenomen.
Het woon-werkverkeer wordt vaak als de oorzaak bestempeld van de huidige fileproblematiek. “Nog nooit waren meer mensen beroepsactief”, zegt Dirk Vanderhoydonck, directeur bij Acerta Consult. “Hierdoor moeten meer werknemers dagelijks de afstand tussen woonplaats en werkplaats overbruggen en stijgt de congestie op de wegen. Maar opvallend is wel dat de afstand die ze individueel afleggen niet stijgt.”
Driekwart van de inwoners van Vlaams-Brabant werkt binnen de eigen provincie. Tien procent pendelt dagelijks naar Brussel, 8% naar de provincie Antwerpen, 3% gaat richting Limburg, en 2% naar Oost-Vlaanderen. Slechts 1 procent steekt de taalgrens over en werkt in Wallonië.
Sinds 2011 is er een algemene sterke stijging in het fietsgebruik bij werknemers in Vlaanderen. In Vlaams-Brabant gaat 16% van de werknemers in de privésector met de fiets naar het werk, een toename met maar liefst 51% ten opzichte van 2011. Ten opzichte van de rest van Vlaanderen scoort Vlaams-Brabant matig: in Vlaanderen begeeft gemiddeld één werknemer op vijf zich op de tweewieler naar zijn job.
Vlaams-Brabant is koploper wat betreft het treingebruik in Vlaanderen: 4% van de werknemers uit de private sector spoort dagelijks naar het werk. “Voor de tien procent pendelaars naar onze hoofdstad is de trein het ideale vervoermiddel. Sinds 2011 zagen we dan ook een stijging van 20% in het aantal werknemers die de trein verkiezen als vervoermiddel naar het werk”, zegt Dirk Vanderhoydonck. Waals-Brabant en Brussel scoren wel nog iets hoger op vlak van treingebruik. Het nationale gemiddelde voor de trein komt neer op 2,5%.
3,3% van de Vlaams-Brabantse werknemers verkiest de bus als vervoermiddel om zijn bestemming te bereiken. Ook daarmee liggen ze boven het Belgische gemiddelde van 2,5%.
Het merendeel van de beroepsbevolking verkiest nog steeds de wagen als vervoermiddel. Uit de Barometergegevens blijkt dat 69% van de Vlaams-Brabanders in de auto stapt om naar het werk te rijden, wat net iets minder is dan het nationale gemiddelde van 71%. 12% van alle Vlaams-Brabantse werknemers rijdt met een bedrijfswagen.