Het metaalbedrijf LPI, Laminage de Précision International, verkoopt zijn gebouwen in Mollem (Asse). De machines worden overgebracht naar Duitsland en China. De onderneming is gespecialiseerd in het walsen van roestvrij staal voor de textielindustrie maar de directie sluit eind deze maand onherroepelijk de deuren. Voor de arbeiders is maandag een sociaal akkoord bereikt.
Bij LPI werken zeventien mensen. Zij verliezen allen hun baan. De twaalf arbeiders keurden het akkoord unaniem goed. Ook omdat ze weten dat er geen weg meer terug is: de productie wordt integraal overgeheveld naar China en Duitsland. Drie arbeiders kunnen in de swt-pensioenregeling stappen. De anderen worden ontslagen met een bijkomende vergoeding. Op vrijwillige basis kunnen de werknemers ook na 30 juni nog korte tijd in dienst blijven voor de ontmanteling van het bedrijf.
LPI werd opgericht in 1835. In 2011 werd het overgenomen door het Duitse concern Kern-Liebers, gespecialiseerd in de aanmaak van precisieonderdelen zoals lamellen, veren en in plastiek samengestelde onderdelen. In Mollem worden draden uit roestvrij staal gewalst en bruikbaar gemaakt voor de textielindustrie. Het voornaamste eindproduct is weefriet voor weefmachines.
In antwoord op de toenemende concurrentie binnen dit marktsegment brengt Kern-Liebers de productie van LPI over naar andere sites in China en Duitsland. “Die hergroepering moet toelaten om ons op andere sites te concentreren op de productie van wals- en rietdraad. Zo zullen we beschikken over een industriële uitrusting die beter aangepast is aan de noden van de klanten”, zegt het bedrijf.
Laminage de Précision International is een kleine onderneming met een heel specifieke productie. Kern-Liebers wil geen overname, om te verhinderen dat de machines in handen vallen van een beperkt aantal concurrenten.