In vergelijking met andere Vlaamse centrumsteden is Leuven niet heel zwaar getroffen door leegstand van winkelpanden. Maar het fenomeen doet zich ook in de universiteitsstad voor en erger: het rukt op. Dan zijn alle middelen goed om het tij te keren. Leuven verwacht veel heil van shoppers over de taalgrens, meer specifiek vanuit Waals-Brabant.
Het aantal leegstaande handelspanden in Leuven neemt toe. Vooral in de Diestsestraat en in de Bondgenotenlaan stijgt het aantal lege winkelruimtes. In de Diestsestraat staat dit jaar 10 procent van alle winkels leeg, tegenover 7 procent in 2014. In de Bondgenotenlaan is dat 9 procent, tegenover eveneens 7 procent in 2014. Kleinere winkelstraten doen het een pak beter. In de Mechelsestraat, de Brusselsestraat en de Parijsstraat is er een daling van 5 naar 3 procent. De Tiensestraat bleef stabiel, wel met het hoogste cijfer: 11 procent.
Oorzaken zijn de economische crisis die maar niet wil wijken en de veel te hoge huurprijzen. De hoop dat pop-upwinkels letterlijk de leemte vullen, blijkt ijdel. De stad Leuven wil de leegstand drukken en doet dat op twee manieren. Het stadsbestuur grijpt naar haar enige echte wapen in deze ongelijke strijd: de leegstandtaks. Eigenaars moeten vanaf volgend jaar 2.500 euro neertellen per pand dat ze niet (willen) verhuren.
Een tweede remedie is de stad promoten als shoppingparadijs. De hele maand september en het eerste weekend van oktober staan in het teken van ‘shoppiness’, ofte shoppen in happiness. Onderzoek leert dat bijna zeventig procent van de shoppers in Leuven op minder dan twintig minuten van de stad woont. En dus wil de campagne nieuwe klanten lokken, van ver buiten Leuven.
Opvallend: men kijkt daarbij in de eerste plaats over de taalgrens, richting Waals-Brabant. Gevolgd door Limburg. Dat mag iets kosten. Het totale promotiepakket bedraagt 900.000 euro, verspreid van 2015 tot 2019.