De federale regering heeft oor naar de verzuchting van de horeca om op te treden tegen de vaak erg strikte brouwerijcontracten waar veel caféuitbaters aan gebonden zijn. Die leggen de ondernemer verplichtingen op die nefast zijn voor de rentabiliteit. “Goed nieuws maar we willen méér”, zegt Danny Justens, voorzitter van Horeca Leuven. “Op 1 juli leggen we een nieuwe eisenbundel op tafel.”
In het debat over de hervorming van de horeca hield minister van Middenstand Willy Borsus (MR) zich tot dusver opvallend gedeisd. Daar kwam deze week verandering in: samen met zijn collega van Economie Kris Peeters (CD&V) wil hij nog dit jaar een einde maken aan het systeem van wurgcontracten tussen brouwers en caféuitbaters. De horecasector klaagt al langer over brouwerijcontracten die als een strop om de hals van caféuitbaters zitten. Ze worden gedwongen om bepaalde volumes aan te kopen of krijgen het verbod drank van concurrenten aan te bieden.
Horeca Vlaanderen berekende begin deze maand dat zestig tot zeventig procent van de caféuitbaters niet de vrijheid heeft om aan te kopen wat en hoeveel ze willen. Om de hoek schuilt de dreiging van hoge boetes. De horecasector reageert tevreden op de jongste ontwikkeling. “Wij willen af van volumeverplichtingen en vragen dat cafébazen hun eigen handelaar mogen kiezen”, zegt Danny Justens, voorzitter van Horeca Leuven.
“We juichen alle begeleidende maatregelen toe maar dit gaat nog niet ver genoeg. Op 1 juli leggen we een nieuwe eisenbundel op tafel. Het grote hiaat is het vaste personeel. De loonlasten vanaf het zesde personeelslid moeten drastisch omlaag.” Justens kon daarover recentelijk in Leuven tien minuten van gedachten wisselen met premier Charles Michel (MR).