In juni kreeg nog 1 op 3 vaste horecawerknemers in Oost-Vlaanderen te maken met tijdelijke werkloosheid, voor het eerst in maanden een daling. Ook is de groei van het aantal jobs in de horeca in Oost-Vlaanderen helemaal teniet gedaan: was die in topmaand januari van dit jaar nog 147,4%, in juni ging die naar een schamele 57% tegenover referentiemaand januari 2019. De flexijobbers en jobstudenten zijn het grootste slachtoffer van de coronacrisis. Dat alles blijkt uit een sectoranalyse van HR-dienstenleverancier Acerta op basis van een representatief staal van de werkelijke gegevens van 1662 werknemers in dienst bij 404 horeca-werkgevers in Oost-Vlaanderen.
De horeca was een groeiende sector… tot corona. Nemen we januari 2019 als maatstaf, dan was in Oost-Vlaanderen de tewerkstelling in de horeca voor februari 2020, de laatste pre-coronamaand, 32,3% gestegen, in januari zelfs 47,4%. Die groei manifesteerde zich niet onder de vorm van flexi- of studentenjobs, het aandeel daarvan bleef nagenoeg gelijk, het ging wel degelijk over meer vaste jobs.
Maar toen – in maart 2020 – kwam corona en moest de horeca de deuren sluiten. De tewerkstelling daalde navenant. Niet alleen werd de groei van een heel jaar tenietgedaan, in april 2020 zakte de tewerkstelling zelfs 36,6% onder referentiemaand januari 2019, nl. naar 63,4%. Tegenover topmaand januari van dit jaar, is de tewerkstelling in de horecasector in Oost-Vlaanderen in juni, het dieptepunt, zelfs meer dan gehalveerd, die ging van 147,4% naar 57% (van referentiemaand januari 2019), -61,3% dus. Cafés en restaurants werden zwaarder getroffen dan hotels en andere verblijfaccommodaties: respectievelijk 56,7% en 79,2% van tewerkstelling in referentiemaand januari 2019.
April: flexijobs weg, studentenjobs gehalveerd, 59% vast personeel tijdelijk werkloos
Direct getroffen door de lockdown was de zogenaamde flexibele schil van de horecasector: de flexi- en de studentenjobs. In vergelijking met referentiemaand januari 2019 gingen de flexijobs in april 2020 van een aandeel van 29% naar 8,1%. En de studenten gingen van 41,3% naar 19,5%. Een groot verschil in vergelijking met normale zomermaanden, wanneer zelfs 50% van de Oost-Vlaamse horecawerknemers jobstudent is. 58,9% van de vaste medewerkers kreeg in april te maken met tijdelijke werkloosheid van één dag of meer.
Veerkracht van de horecasector redt jobs
Lieve De Cock, Kantoordirecteur Acerta Aalst: “Het is not done om vast personeel op tijdelijke werkloosheid te zetten en ondertussen flexijobbers of studenten in dienst te houden. Als een vaste medewerker taken van een tijdelijk contract kan overnemen, is dat wat eerst gebeurt – vandaar de onmiddellijke impact op de flexibele schil. Maar dat we niet naar nul procent flexi- en studentenjobs zijn gegaan en zelfs naar 100% tijdelijke werkloosheid, heeft vooral te maken met de veerkracht van de sector, met horeca-activiteiten die ondanks de pandemie toch doorgingen of waarnaar zaken zijn overgeschakeld, denk aan restaurants die afhaalmenu’s voorzagen. Zo bleef er dus wel keukenpersoneel aan de slag, en koeriers. Vooral die laatste zijn niet zelden studenten.”
Dieptepunt tewerkstelling, maar keerpunt tijdelijke werkloosheid
Het signaal van de voorbije maand juni 2020 is nog dubbel: enerzijds is de tewerkstelling in de horeca in Oost-Vlaanderen naar een absoluut dieptepunt gezakt, anderzijds zijn minder horecawerknemers tijdelijk werkloos geweest dan in april en mei.
Lieve De Cock: “Als we herstel mogen verwachten, dan moeten we dat ook eerst zien in de tijdelijke werkloosheidscijfers. Pas als die zullen zijn gedaald, zullen we flexijobbers en studenten naar de horeca zien terugkomen. De tijdelijke werkloosheid is nu al wel minder in juni: nog “maar” 38,3% van de vaste horecamedewerkers in Oost-Vlaanderen had ermee te maken. Het tij lijkt dus stilaan te keren.”
Flexijobbers: first out, last in
Lieve De Cock: “De verwachting voor de komende maanden is dat de tijdelijke werkloosheid in de horeca verder zal dalen. De zomermaanden zijn immers klassieke topmaanden voor het toerisme en voor de horeca, ook in Oost-Vlaanderen. Dat effect zal zelfs in coronatijden blijven spelen, misschien dat er wat meer Belgische dan buitenlandse toeristen zullen zijn. Wellicht zien we ook dit jaar weer studenten de horeca bijspringen. Zij die het eerste zijn uitgevallen, nl. de flexijobbers, zullen wellicht het laatst terugkeren. Het verlies van hun bijverdienste zien deze flexibele medewerkers niet gecompenseerd.”
Ter herinnering: onbeperkt RSZ-vrijstelling 1e werknemer nog tot eind 2020
Lieve De Cock: “Nog iets wat opvalt in onze cijfers, is de tewerkstellingspiek in januari. Deel van de verklaring daarvoor zou kunnen zijn: het besef dat 2020 het laatste jaar is van de onbeperkte RSZ-vrijstelling voor een eerste werknemer. We maken van de gelegenheid graag gebruik om de horeca daaraan te herinneren, voor wie het relevant zou kunnen zijn. Het onbeperkte RSZ-voordeel vervalt in 2021, er rest nog een half jaar om daarvan eventueel nog te profiteren.”