GENT – De Provincie Oost-Vlaanderen heeft zopas ArcelorMittal genomineerd als bedrijf dat een voorloper is inzake energie- en milieubeleid. Het aantal inspanningen die de al hoog aangeschreven Oost-Vlaamse site zich getroost is bijna niet meer bij te houden. Met ook één lange termijn doel voor ogen: tegen 2050 volledig klimaatneutraal zijn.
ArcelorMittal is in Gent met 10 windmolens en 100.000 vierkante meter zonnepanelen nu al een rolmodel op vlak van duurzaam energiebeleid. In totaal weet het bedrijf zo 50 megawatt hernieuwbare energie op te wekken, een huzarenstukje. “Onze aandacht voor deze thematiek is lang niet nieuw”, zo zegt communicatiewoordvoerder Jan Cornelis. “Om het heel concreet te maken: in vergelijking met het referentiejaar 1990 stoten we vandaag bijvoorbeeld 23 procent minder CO2 per geproduceerd ton staal uit. En we gaan door op ons elan. De doelstelling werd door het management expliciet geformuleerd in het businessplan. Tegen 2027 willen we 41 procent minder uitstoot per ton.”
Cruciaal jaar
Dit jaar wordt een cruciaal jaar op de weg naar nog meer duurzaamheid. Hoeveel er wordt geïnvesteerd wordt niet bekend gemaakt, maar aan concrete plannen is er alvast geen gebrek. “We zijn inzake milieu en energie efficiëntie al wereldtop en we wensen dat ook te blijven, vandaar opnieuw een hele reeks initiatieven die vooral bedoeld zijn om C02-uitstoot drastisch te verminderen”, zegt Jan Cornelis. “Zo wordt 1 miljoen ton schroot (op een productie van 5,5 miljoen ton staal) al gerecycleerd. We bouwen dit jaar ook aan een site waar we CO willen omzetten in bio ethanol, wat een nuttig product is. Met Dow uit Terneuzen hebben we een pilootproject lopen om CO en CO2 van elkaar te scheiden. Ander voorbeeld: samen met de U Gent bestuderen we de mogelijkheid om CO2 om te zetten in proteïnes die opnieuw nuttig kunnen gebruikt worden voor dierenvoeding. Dit jaar wordt ook nog een installatie in gebruik genomen waar houtafval van containerparken na enkele processen (opwarming tot 300 graden Celsius, vermalen) kan hergebruikt worden in onze hoogovens, en dat in de plaats van kolen.”