Jeroen Piqueur ontving zijn belangrijke klanten jarenlang in het prestigieuze stadspaleis aan de Gentse Keizer Karelstraat. De gewezen Optima topman maakte graag gebruik van de luxueuze uitstraling van het gebouw om indruk te maken op zijn vermogende klanten. Hoewel het volgens sommigen ook de immense uitstraling van het gebouw was die Piqueur mee naar het hoofd was gestegen, met alle financiële gevolgen van dien.
De val van Optima
Piqueur bouwde zijn groep uit op basis van vermogensbeheer, maar kwam in moeilijkheden terecht nadat hij de Ethias Bank had overgenomen. Tussenkomsten van de Nationale Bank als bankregulator en betichtingen van witwassen deden hem en zijn groep ultiem de das om. Het prestigieuze hoofdkwartier in Gent kwam vervolgens volledig in handen van de staatsbank Belfius, die het gebouw al in leasing had en verhuurde aan Optima.
Textielbaron
Het stadspaleis behoort nog steeds tot het belangrijkste Gentse architecturaal erfgoed. De bouwheer Ferdinand Lousbergs was afkomstig uit Maastricht en lag mee aan de de grondslag van de grote bloei van de textielindustrie in het 19de-eeuwse Gent. In 1829 bezat de familie Lousbergs vier grote fabrieken.
Deurwaarders
Een beetje cynisch is dat het paleis in de jaren ’90 van de vorige eeuw vakkundig werd gerestaureerd door de Oost-Vlaamse Beroepsvereniging van Deurwaarders die het gebouw hadden verworven. Het zijn diezelfde deurwaarders die nu het debacle van Jeroen Piqueur mee moeten helpen uitvoeren. Zo werden zijn privé-vastgoed, zijn luxe wagenpark en zijn luxe jacht Rubeccan al openbaar verkocht.