Voor het tweede jaar op rij is de stijging van het aantal starters in Vlaanderen het hoogst in de provincie Oost-Vlaanderen. Dat blijkt uit een analyse van UNIZO Oost-Vlaanderen op basis van cijfers van Graydon. In 2018 kreeg onze provincie er 13 075 ondernemers bij, dat is een stijging van maar liefst 13,1 procent ten opzichte van 2017.
In 2017 brak Oost-Vlaanderen een record met 11 559 starters. Ook toen was Oost-Vlaanderen de provincie met de sterkste groei van het aantal starters. Die trend zet zich nu verder.
Troeven
Oost-Vlaanderen is duidelijk een aantrekkingspool voor startende ondernemers. Dat onze provincie het zo goed doet, hebben we te danken aan een aantal troeven zoals de centrale ligging en de unieke samenwerking tussen de ondernemerswereld, de overheid en hogescholen of universiteiten. Oost-Vlaanderen vormt de ideale voedingsbodem voor starters, start-ups en scale-ups. Volgens Jos Vermeiren, directeur UNIZO Oost-Vlaanderen, liggen ook het verbeterd imago van het ondernemerschap en de aantrekkende economie aan de basis van de stijging.
Opvolgen
Om de stijgende tendens aan te houden, moet de overheid volgens UNIZO wel werk maken van enkele aanmoedigende maatregelen. Jos Vermeiren: “We zijn heel tevreden met de sterke stijging in onze provincie. We blijven echter de vinger aan de pols houden. Zo moet er dringend iets gedaan worden aan de missing links op het vlak van mobiliteit in Oost-Vlaanderen, zoals de doortrekking van de N60 in Ronse en de N41 tussen Aalst en Dendermonde.”
“Maar ook het groot aantal openstaande vacatures dat maar niet ingevuld raakt blijft een probleem. Ook starters moeten de mogelijkheid hebben om te groeien, mét de juiste medewerkers.”
Belastingaftrek
UNIZO blijft ook aandringen op de nood aan een verdere verbetering van het sociaal statuut. Aangezien 62,1% van de nieuw opgerichte bedrijven een eenmanszaak is, stelt UNIZO een belastingaftrek van 20% voor eenmanszaken voor. Dat voorstel staat in het memorandum voor de verkiezingen van 2019. Jos Vermeiren: “De lang door UNIZO bevochten verlaging van de KMO-vennootschapsbelasting is een erg belangrijke realisatie. Het kom er nu tijdens de volgende legislatuur op aan om ook iets te doen voor de ondernemers zonder vennootschap.”
