Om startende ondernemingen te steunen, zijn er nieuwe fiscale maatregelen genomen om de financiering van een KMO fiscaal aantrekkelijk te maken. De nieuwe maatregelen moeten de financiering van KMO’s via alternatieve kanalen bevorderen. Eén van de belangrijkste nieuwe fiscale maatregelen is de zogenaamde tax shelter voor investeringen in aandelen van een startende KMO-vennootschap.
De tax shelter is een belastingvermindering in de personenbelasting waarvan natuurlijke personen sinds 1 juli 2015 kunnen genieten, als ze toetreden tot het kapitaal van een start-up die een vennootschapsstatuut heeft. Het is wel zo dat daar diverse regels aan verbonden zijn. Zo mag de investeerder geen bedrijfsleider zijn van de vennootschap.
Een investering mag rechtstreeks gebeuren in geld in ruil voor nieuwe aandelen, of onrechtstreeks door in te schrijven op deelbewijzen van een erkend startersfonds dat het geld dat op die manier wordt verzameld op zijn beurt investeert in start-ups. Onder start-ups verstaat de wetgever hier vennootschappen die ten vroegste zijn opgericht op 1 januari 2013 en die sinds minder dan vier jaar bestaan.
Investeerders kunnen een belastingvermindering krijgen van 30% en dit voor een aandelenparticipatie ter waarde van maximaal 100.000 eur en zolang het belang van de investeerder niet hoger ligt dan 30% van het maatschappelijke kapitaal van de vennootschap. Nog een voorwaarde is dat de investeerder zijn of haar aandelen in de start-up ook minstens vier jaar moet houden.
Gregory Henin van accounts- en advieskantoor SBB dat in Oost-Vlaanderen kantoren heeft in Eeklo, Lochristi, Gent, Aalst, Oudenaarde en Beveren, wijst er in een blog ook op dat een startende KMO-vennootschap maximaal 250.000 aan kapitaal via de tax shelter kan ophalen. Investeerders die instappen in het kapitaal van een vennootschap die al voor minstens € 250.000 aan tax shelter-aandelen heeft uitgegeven, komen dus niet in aanmerking voor het fiscaal voordeel.
