Eind 2014 ondertekenden JCI Vlaanderen (Junior Chamber International) en Vlajo (Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw) een strategische partnerovereenkomst, waarmee beide organisaties samen aan de kar willen trekken van het ondernemerschap in Vlaanderen. Zo organiseert JCI Vlaanderen op lokaal en regionaal niveau allerhande projecten rond ondernemershap. De vereniging reikt dit jaar al voor de 11de keer de JCI Award Vlaamse Jonge Ondernemer van het jaar uit. Vlajo stimuleert dan weer ondernemingszin bij jongeren, voornamelijk door het nemen van initiatieven die een brug slaan tussen de ondernemerswereld en het onderwijs, zoas “ondernemer voor de klas”.
Met dit partnership officialiseerden JCI en Vlajo hun gemeenschappelijke focus op jong ondernemerschap. Peter Coenen, directeur van Vlajo: “De missies van JCI en Vlajo hebben veel gemeen: talenten van jonge mensen ontdekken en ontwikkelen. Enkel de leeftijd van de leden verschilt: studenten versus jonge professionals. Vlajo komt voor JCI. Het is een slimme win-win om JCI leden te mobiliseren in de coaching van Vlajo studenten, wat op zich ook een vormingsactiviteit is voor JCI leden. Door beide netwerken te verbinden worden de waardevolle ervaringen en kennis van deze jonge professionals toegankelijk voor de schoolgaande jeugd, enkele jaren voordat ze hun intrede doen op de arbeidsmarkt of een eigen zaak starten. Smart win-win dus in de co-creatie van een nieuwe generatie ondernemend talent”.
Ook Arne Vanes, voorzitter van JCI Vlaanderen, is opgetogen met dit partnership. “De partners van JCI, ervaren deelnemers binnen de organisatie en de deelnemers aan de JCI Award Vlaamse Jonge ondernemer krijgen op deze manier de kans hun ervaring te delen met jonge mensen, en laten hen zo ook kennis maken met hun onderneming. Ook zij zijn overtuigd van de toegevoegde waarde die zij zelf en JCI hier uit halen. Bovendien zetten we hiermee onze organisatie in de kijker bij potentiële toekomstige leden. JCI telt heel wat ondernemers in haar netwerk. Vlajo kan een beroep doen op de ervaring van deze mensen bij het begeleiden van de jongeren.”