Op vrijdag sluiten we de week van ‘Made in Mechelen’ af met een eigenzinnige terugblik op de voorbije dagen of een vooruitblik op de komende week. Hoofdzaak of bijzaak, het maakt niet uit.
De Verenigde Staten staan in brand na de dood van George Floyd. Een halfgekke president gooit geregeld nog wat olie op het vuur. Het lijkt ver van ons bed, maar ook hier bij ons woekeren de wortels van het racisme lustig verder. En aan de peilingen te zien vinden veel Vlamingen dat niet eens zo erg. Vandaag vertel ik je graag het waargebeurde verhaal van onderneemster Anissa T., een Mechelse zelfstandige thuisverpleegkundige. De conclusie op het eind mag je zelf maken… en aarzel niet om dit artikel te delen als je zelf iets wil doen aan racisme.
Anissa is 50% Marokkaans langs vaders kant. Haar moeder is Vlaams. Anissa spreekt geen woord Arabisch en werd volgens de Vlaamse waarden en normen opgevoed. Na haar middelbare school studeerde ze verpleegkunde. Ze vond al snel werk in een woonzorgcentrum. Na enkele jaren begon het bij Anissa echter te kriebelen om als zelfstandig ondernemer aan de slag te gaan. Ze startte als thuisverpleegkundige haar eigen bedrijfje en ging na enkele jaren een samenwerkingsverband aan met een andere collega. Samen bouwden ze hun zaak uit tot een groep van een vijftal verpleegkundigen die actief zijn in de regio Mechelen-Willebroek.
Bij dokters en patiënten lieten ze geregeld visitekaartjes achter waarop al de namen en telefoonnummers van de verpleegkundigen van hun groep vermeld stonden. Op een dag werd de collega van Anissa gebeld door een vrouw van oudere leeftijd met de vraag of ze kon langskomen voor een medische verzorging. Toen de collega van Anissa vertelde dat ze iemand uit de groep zou sturen was het antwoord van de patiënte: “Ok bedankt, maar die met haar vreemde naam moet niet bij mij komen hé !”
De collega van Anissa was geschrokken van die reactie en wist niet meteen hoe ze moest antwoorden. Uiteindelijk besloot ze toch om Anissa T. – die met haar vreemde naam – langs te sturen bij de patiënte.
Toen Anissa binnenkwam bij de mevrouw in kwestie stelde ze zich voor als ‘de verpleegster’, zonder verder haar naam te noemen. Ze verleende vriendelijk de medische zorgen en maakte nog een kort babbeltje met haar voor ze afscheid nam.
Diezelfde avond kreeg de collega van Anissa terug telefoon van de patiënte in kwestie. Haar stem klonk enthousiast. “Ik wou je nog eens bedanken voor de goede zorgen. De verpleegster die je gestuurd hebt is de beste en de liefste die ik ooit gehad heb. Die mag voortaan alle dagen bij mij langskomen. Ik ben wel haar naam vergeten te vragen. Hoe heet ze eigenlijk…?”