MECHELEN – In de ERA Barometer 2020, een studie die ERA deed in samenwerking met de KU Leuven, werd de Vlaamse vastgoedmarkt van de voorbije 15 jaar onder de loep genomen. Daaruit komen enkele opmerkelijke conclusies.
Een eerste vaststelling: de Vlaamse woningprijzen stijgen vier keer harder dan de inflatie. 3,52 procent ten opzichte van 0,76 procent.
“Het is al tien jaar geleden dat het verschil tussen de inflatie en de stijging van de woningprijzen zo groot was. In 2009 was dit respectievelijk 0,26 procent en 1,42 procent. Met andere woorden: in 2019 zijn onze woningen niet alleen in absolute prijs gestegen, maar nog veel sterker in relatieve waarde. Vastgoedeigenaars hebben er dus een boerenjaar op zitten”, zegt Johan Krijgsman, CEO ERA Belgium. Verwacht wordt dat die stijging zich de volgende jaren niet meer in die mate zal verderzetten.
Tweede vaststelling: Leuven, Antwerpen en Brugge zijn de duurste centrumsteden. Genk, Roeselare en Kortrijk de goedkoopste. Voor een woning in Leuven betaal je maar liefst 60,29 procent méér dan voor dezelfde woning in Genk.
Maar minstens even opmerkelijk. Mechelen is de voorbije jaren opgeklommen tot een vierde plaats.
Een gemiddelde woning kostte er maar 5% minder dan in Antwerpen. Mechelen staat gelijk met het veel grotere Gent. “Mechelen ligt centraal tussen andere steden, en de stad werd in de voorbije decennia heel goed bestuurd”, zegt Johan Krijgsman van ERA.
Tenslotte blijkt uit de studie dat onze huizen kleiner worden. De gemiddelde bewoonbare oppervlakte van de verkochte panden bedraagt vandaag 180m2, dat is meer dan 11m2 kleiner dan 15 jaar geleden. “We wonen steeds compacter. Dat is een logisch gevolg van de daling van het aantal open bebouwingen. In 2005 was dat nog 44 procent van de markt, vorig jaar slechts 36 procent”, legt Johan Krijgsman uit.