N10_groepsfoto

Baanwinkels mogen er geen rommeltje van maken

LIER/BERLAAR/PUTTE/HEIST-OP-DEN-BERG – Tijdens het congres Baanbrekend Winkelen hebben de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen een actieprogramma voorgesteld om de verrommeling van baanwinkels langs steenwegen te stoppen. Dertien gemeenten langs de steenwegen N10 Lier-Aarschot en N70 Gent-Antwerpen willen hier al aan meewerken.

Een steenweg is een weg die doorheen meerdere steden en gemeenten loopt, en waar vaak concentraties grotere winkels te vinden zijn. Dat zorgt voor heel wat problemen, o.a. met files en de verschuiving van het detailhandelsaanbod van kern naar periferie-steenweg. In de periode 2008 – 2017 is de concentratie van detailhandel op steenwegen in Vlaanderen met 260% vloeroppervlakte toegenomen. De baanwinkels nemen ruim 1,6 miljoen m² aan winkelvastgoed in.

Met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bundelden de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant hun krachten om te zoeken naar een langetermijnvisie voor deze problematiek. De grote steenwegen lopen immers door verschillende gemeenten waardoor een aanpak op streekniveau noodzakelijk is.

Vier zones

De steenweg hertekenen, is een werk van lange adem, maar beleidsmakers kunnen op ruimtelijk vlak al duidelijke keuzes maken. Ze kunnen vier zones aanduiden: een winkelrijke zone, een clusterzone, een winkelarme zone en een no go zone. In een clusterzone wordt grootschalige detailhandel op de steenweg geconcentreerd, zodat er bijvoorbeeld maar één op- en afrit op de steenweg is met een toegang tot meerdere winkels. De no go zone beschermt de open ruimte en een winkelrijke zone bevindt zich bij dorpskernen die op de steenweg liggen. In een winkelarme zone komt er op korte termijn een status quo: de aanwezige detailhandel kan blijven en uitbreiden met max. 10%, maar nieuwe detailhandelszaken worden hier niet toegelaten.

De voorbije twee jaar werden de N70 van Antwerpen naar Gent en de N10 van Lier naar Aarschot als model steenwegen voor het project gebruikt. De diensten economie, ruimtelijke planning en mobiliteit van de provincies en gemeenten ontwikkelden een toekomstvisie voor de steenweg. Ook beleidsmakers en de retail- en vastgoedsector werden rond de tafel gebracht. Tijdens het congres gingen de betrokken gemeenten dan ook een engagementsverklaring aan.