Nipro_3

Nipro kiest Mechelen voor opleidingscampus

MECHELEN – De Japanse specialist in gezondheidszorg Nipro heeft zijn Europese hoofdkwartier geopend nabij Mechelen-Noord. Hier bevindt zich ook een opleidingscampus voor het gebruik van toestellen en producten, voornamelijk voor nierdialyse.

Artsen en verplegend personeel uit Europa, Afrika en het Midden-Oosten worden in het nieuwe centrum geschoold in de werking van de verschillende toestellen en producten die vooral gebruikt worden in ziekenhuizen en centra voor nierdialyse.

Met een wereldwijd omzetcijfer van 2,7 miljard euro per jaar en een totaal van 27.000 medewerkers is het Japanse Nipro een topspeler in de productie en verdeling van generische geneesmiddelen en in toestellen en producten voor nierdialyse.

“Nierdialyse is een opmerkelijke markt”, zegt Serge Kemps, de Vlaamse ceo van Nipro Europe. “Wanneer ziekenhuizen of dialysecentra kiezen voor onze apparatuur, verzorgen we een grondige technische opleiding voor hun zorgverleners.”

Er zijn steeds meer mensen die nierdialyse nodig hebben. “Vooral diabetici en patienten die lijden aan hart-en vaatziekten kunnen nood hebben aan nierdialyse, en door onze moderne levensstijl nemen deze aantallen jaarlijks toe.”

Uitstekende locatie

Met dit nieuwe hoofdkwartier en trainingscenter verankert Nipro zijn Europese activiteit in Mechelen. “Een uitstekende locatie”, zegt Nipro-voorzitter Yoshihiko Sano die het centrum opende in het bijzijn van Mechels burgemeester Bart Somers en Hajime Hayashi, de Japanse ambassadeur in België. “Deze site is erg rustig, gemakkelijk toegankelijk vanuit het hele land en ligt vlakbij Mechelen. Ze is centraal gelegen in Europa, vlakbij een internationale luchthaven, en midden tussen twee grote steden.”

Het opleidingscentrum is het eerste in zijn soort buiten Japan. Daar opende Nipro drie jaar geleden een gelijkaardig centrum, waar inmiddels 20.000 zorgspecialisten werden opgeleid. “Voor de tweede helft van dit jaar verwachten we voor Mechelen eerder honderden studenten dan duizenden, maar vanaf volgend jaar komen we op kruissnelheid.”